In een notendop

Wat is het BOA-decreet en hoe kan je het realiseren in de praktijk?

Wat is het BOA-decreet?

De Vlaamse Regering heeft in 2019 gekozen voor een ambitieus plan van Buitenschoolse Opvang en Activiteiten (BOA) met een regiefunctie voor de steden en gemeenten. 

Het decreet BOA schuift drie doelstellingen naar voren:

1) Kinderen ontplooiingskansen en speelmogelijkheden aanbieden. Elk kind heeft keuzevrijheid en recht op rust.

2) Ouders de kans geven om te participeren op de arbeidsmarkt of om een opleiding te volgen én de combinatie met het gezin mogelijk te maken.

3) Toegankelijkheid en sociale cohesie in de samenleving bevorderen.

De vertaling van het decreet naar de praktijk is echter niet (altijd) zo evident. De gehele organisatie wijzigt. De lokale besturen krijgen de regiefunctie en moeten daarmee zorgen dat de doelstellingen van het decreet gerealiseerd worden, dat er een duidelijke verdeling is van middelen (want dit wordt een taak van de regisseur) en dat er ingespeeld wordt op de lokale noden m.b.t. buitenschoolse opvang en activiteiten.

Het landschap van buitenschoolse opvang en activiteiten is zeer versnipperd. Zowel opvangorganisatoren, scholen en vrijetijdsaanbieders zijn betrokken en hebben elk een eigen focus op de kinderen. Lokale actoren zijn zoekende hoe ze dit decreet op een sterke manier kunnen vertalen. 

Samenwerking en afstemming is dan ook een centrale gedachte doorheen het decreet. Verschillende aanbieders van buitenschoolse activiteiten creëren onder regie van het lokaal bestuur een sterk aanbod voor schoolgaande kinderen.

Een geïntegreerd aanbod moet de uitbouw van een ‘doorgaande, pedagogische lijn’ voor, tijdens en na de schooltijd mogelijk maken. Dit decreet maakt vrije tijd toegankelijk voor alle kinderen, met specifieke aandacht voor kwetsbare kinderen en kinderen met een specifieke zorgbehoefte.

De Vlaamse overheid zet op diverse manieren in op de doorgaande lijn. We kennen een ‘split system’ in Vlaanderen, waarbij kinderopvang en onderwijs twee verschillende departementen zijn, met een verschillende regelgeving, kwalificaties, … De doorgaande lijn staat voor een integratie van de praktijk van zorgen, leren, opvoeden en spelen.

Hoe kan je het BOA-decreet realiseren in de praktijk?

Het decreet focust expliciet op de jongste kinderen, want hoe vroeger je inzet op kinderen en hun ontwikkeling, hoe groter de impact op hun verdere leven is.

In eerste instantie moeten we dus zicht krijgen op de noden en interesse van kinderen, met bijzondere aandacht voor kleuteropvang, kinderen uit kwetsbare gezinnen en kinderen met specifieke zorgbehoeften.

Verder zijn ‘dat wat reeds bestaat’ in een lokale context en de samenwerkingen die reeds lopen essentiële vertrekpunten. Dit stelt ons in staat om in kaart te brengen wat er al bestaat én wat bijkomend nog nodig is. Hoe moet dat er dan uitzien en met wie? Het lokaal bestuur bekijkt hoe we tot een gedragen visie kunnen komen en bepaalt doelen en acties om zo met al de verschillende partners in die context tot een samenwerking te komen.

Daarbij dient ook aandacht te gaan naar infrastructuur. In elke context zijn diverse gebouwen en faciliteiten beschikbaar. We streven ernaar om met een kritische bril te achterhalen hoe we deze mogelijks nog beter kunnen benutten (denk aan cultuurhuizen, sportzalen, etc.).

Neem contact op met ons

Dit onderzoeksproject wordt gevoerd door Karolien Huylebroek, Flore De Meester en Daphné Mertens.